De poly-reactie is een algemene naam voor polymerisatie, polycondensatie en polyadditie.
Tijdens de poly reactie zijn kleine moleculen (=monomeren) tot een macromolecuul verknoopt.
Polymerisatie
Polymerisatie is de clustering van eenvoudige chemische verbindingen (dus monomeren) onder vorming van homoplaire bindingen tot polymeren, keten-achtige grote moleculen (=macromoleculen), bijv. ethylenen tot kunstof polyethylenen.
Een polymerisatie verloopt in 4 fasen:
- Initiatie. De reactie, die de kettingreactie en daarmee het vormen van polymeren start (ook als kettinginitiatie of primaire reactie aangeduid).
- Groeirespons. Hier bouwt zich de lengte van de molecuulketen op (ook als synthesereactie, reproductie of propagatiereactie aangeduid)
- Keten-overdracht. De vertakking van de molecuulketen wordt opgebouwd.
- Keten-afbraak: Deze reactie leidt tot afbraak van de kettingreactie (ook als beëindiging aangeduid).
Wanneer radicalen, dat zijn deeltjes, die ongepaarde elektronen bezitten en daarom meestal zeer reactief zijn, reageren, duidt men dat aan radicaalpolymerisatie. Het macromolecuul polystyreen (PS) ontstaat bijvoorbeeld door een radicaalreactie van styreen.
Polycondensatie
Polycondensatie is de chemische verknoping van eenvoudige chemische verbindingen (=monomeren) onder waterafsplitsing of andere kleine moleculen tot polymere moleculen (=macromoleculen).
Het polycondensaat vorm een gesmolten massa. Uit gesmolten massa worden dunne strengen getrokken, die na afkoeling worden gegranuleerd.
Wij verwerken granulaten van polycondensaten meestal als spuitgietdelen of geëxtrudeerde halffabricaten en profielen van thermoplasten en van de duroplasten polyesterharsen en fenolharsen.
Al in 1872 slaagde Adolf Ritter von Baeyer in de polycondensatie van fenol en formaldehyde en legde daarmee de basis voor Baekelands uitvinding en de huidige polymeerchemie.
Verdere polyreacties voor de productie van kunststoffen zijn polymerisatie enpolyadditie.
Polyadditie
Polycondensatie is de chemische verknoping van eenvoudige chemische verbindingen (=monomeren) door reactie tussen functionele groepen op polymere moleculen (=macromoleculen. In tegenstelling tot polymerisatie worden de monomeren niet op grond van de C=C dubbele verbinding, echter met migratie van waterstof (H) verbonden.
Ook worden niet zoals bij polycondensatie laagmoleculaire verbindingen (dus water of kleine moleculen) gesplitst.
Wij verwerken polyadditie overwegend in de vorm van Polyurethanen.