Brandgevaar!

Brandgevaar! Vlamvertragende kunststoffen in apparaatconstructie.

Kunststoffen bestaan ​​voornamelijk uit koolstof en waterstof en hebben daarom in principe een hoog gehalte aan thermische energie. Dit komt de thermische bruikbaarheid van oude kunststoffen ten goede, maar wordt in geval van brand zeer nadelig. Nu zijn niet alle kunststoffen in dezelfde mate brandbaar. Eenvoudig gestructureerde kunststoffen zoals PE en PP zijn chemisch gestructureerd zoals minerale olieproducten met lange ketens (minerale oliewas) en zijn op dezelfde manier goed brandbaar. Complexere kunststoffen met hogere chemische bindingskrachten zijn daarentegen minder ontvlambaar.

De karakteristieke waarde voor de ontvlambaarheid is de zuurstofindex LOI. Dit is een heel duidelijk kenmerk. Het is het percentage zuurstof in de lucht dat nodig is om het plastic te verbranden. Het normale zuurstofgehalte in de lucht is 21%. Kunststoffen met een LOI van minder dan 21% verbranden zeer gemakkelijk, zoals polyethyleen (LOI = 17%). Aan de andere kant is PTFE (LOI = 95%), dat daarom bijna niet-ontvlambaar wordt beschouwd. Polyamiden liggen in het bereik van 21% tot 25% en zijn daarom in zekere mate zelfdovend.

Dezelfde chemische structuur binnen een polymeergroep leidt tot fundamenteel vergelijkbare brandbaarheden. De nog steeds verschillende brandbeveiligingsindelingen zijn het gevolg van vlamvertragende additieven. Er zijn twee verschillende uitgangspunten. Enerzijds kan de ontvlambaarheid van het kunststof zelf worden verminderd, b.v. door het exotherme (warmte-genererende) verbrandingsproces tegenover een endotherm (warmte-absorberend) chemisch proces te plaatsen. Additieven die bij hoge temperaturen gassen afscheiden en de zuurstof bij de bron van het vuur verdringen, zijn echter aanzienlijk effectiever, zodat het vuur zelfs bij het begin wordt gedoofd.

Brandbeveiligingsadditieven zijn niet alleen een voordeel. De eerder beschreven aanpak van zelfdoving kan ook een negatieve invloed hebben in geval van een grote brand. Het gebruik van tegen brand beschermde kunststoffen moet daarom zorgvuldig worden overwogen. Bij behuizingen van elektrische aparaten in iedergeval zo. Gebieden waarin kortsluiting kan optreden, moeten tegen brand zijn beveiligd. Criteria zoals spanning en stroom, bedrijfstijd en of de product onder toezicht staat of niet onder toezicht staat, zijn bepalend.

Onderdelen die verder weg staan ​​van ontstekingsbronnen, mogen niet worden uitgerust met vlamvertragende additieven, omdat de voordelen twijfelachtig zijn en de nadelen in geval van brand zwaarder wegen dan de voordelen. Ook als de brand andere oorzaken heeft en zich naar de kunststofdelen verspreidt, is het juist vanwege de additieven dat grotere hoeveelheden rookgassen worden gegenereerd, giftiger dan die van de niet-brandwerende kunststof en zonder dat de vlamvertragende additieven de onstane brand kunnen stoppen.

Voor bijzondere kritiache gebieden zijn er aanvullende criteria die niet alleen gericht zijn op het voorkomen van brand, maar ook op wat er gebeurt na de ontsteking. Doorslaggevende criteria zijn dan de rookontwikkeling en de rookgastoxiciteit in gesloten ruimtes. Hier hebben kunststoffen het voordeel dat inherent niet-brandbaar is, dat wil zeggen uitsluitend door de chemische structuur van het polymeer. Bijvoorbeeld polyetherimide (PEI). Het zuivere materiaal (100% zonder additieven) heeft een zuurstofindex van 47% en voldoet aan bijna alle brandbeveiligingsnormen, ook met betrekking tot de dichtheid van rookgassen en de toxiciteit van rookgassen in gesloten ruimtes zoals vliegtuigen of treinen.

Spoelkokers uit kunststof

Kunststof spoelkokers uit verschillende thermoplasten

Speciale spoelkokers, ook in kleine series. Voordelen van glasversterkte thermoplasten benutten.

Naeff vervaardigt spoelkokers voor transformatoren, spoelen en smoorspoelen, antennes en andere inductieve componenten. Wij gebruiken de kostenvoordelen en eigenschappen van glasvezel versterkte thermoplasten.

Spoelkokers worden in het algemeen aan drie soorten belastingen blootgesteld:

Mechanisch. Gerelateerd aan de grootte van het onderdeel, œfent de wikkeling enorme krachten uit op de spoelkoker. Gelijktijdig zijn dunne wanden ideaal voor inductie. Daardoor is de afstand tussen de wikkeling en spoelkern zo klein mogelijk. Deze eisen worden door materialen met een uitstekende mechanische sterkte vervult.

Bij brand. Voor elektrische en elektronische componenten wordt meestal een classificatie in brandveiligheidsklasse volgens UL 94 vereist. Wij het bepalen van het materiaal houden wij rekening met de dunne wanden van spoelkokers.

Warmte. In elektrische componenten ontstaat warmte, vooral bij hoge vermogens. Materialen met glasvezels bieden een hoge warmte vormvastheid.

Thermoplastische spoelkokers vervaardigen wij voor de elektrotechniek en energietechniek, informatietechnologie en meettechniek, farmaceutische techniek, lastechniek en voor de algemene machinebouw.

Thermoplastische draadklossen.
Een selectielijst van materialen.
Wij produceren kunststof draadklossen van spuitgiet granulaten en verspaande halffabricaten.
  mechanische vastheid
 
Kruipstroom­vastheid

Warmte vorm­bestendigheid CTI

Gloeidraadtest
IEC60695-2-12 GWFI

Brandgedrag volgens UL 94

Eenheid [MPa] [–] [°C] [°C] bij wanddikte [mm]

Brandklasse UL 94 HB (horizontal burn)

PA 6/6T GF50 260 570 230 650 HB (1,5)
PA 6/6T GF60 250 600 285 700 HB (0,8)
PPA GF33 193 550 280 700 HB (1,5)
PA 66 GF35 150 450 250 700 HB (1,5)
PBT GF30 135 375 215 650 HB (0,75)
PA 46 GF30 115 500 290 675 HB (0,9)
PA 6 GF30 110 450 210 700 HB (1,5)
PA 12 GF30 105 550 160 650 HB (0,75)

Brandklassen UL 94 V-2 en V-0 (vertical burn)

LCP GF30 190 175 235 960 V-0 (0,2)
PPA GF33 V0 169 550 273 V-0 (0,75)
PEI GF30 165 150 210 V-0 (0,25)
PEEK GF30 156 175 315 V-0 (0,41)
PPS GF40 150 125 260 V-0 (0,38)
LCP GF30 HT 150 175 276 V-0 (0,2)
PBT GF30 V0 145 200 205 V-0 (0,4)
PES GF20 130 125 212 V-0 (0,4)
PA 46 GF30 V0 125 225 290 V-0 (0,3)
PA 66 GF35 V0 120 600 250 V-0 (0,8)
PA 66 V2 50 600 75 V-2 (0,4)

Kunststof onderdelen bij brand

Tegen brand en bij brand. Materialen met dubbele zekerheid.

Technische kunststoffen in vervoersmiddelen en elektrische apparaten zijn tegenwoordig onontbeerlijk. Zij bieden bij een lager gewicht goede mechanische eigenschappen en vooral economische productiemogelijkheden. Dit is niet voldoende. De materialen moeten veilig zijn: ze mogen bij brand geen brandhaarden vormen en geen giftige of bijtende rookgassen vrij laten komen die daardoor schade aan mens en materiaal kunnen aanrichten.

Tegen de brand. Kunststoffen branden door overmatige warmtetoevoer bij gelijktijdig contact met zuurstof. Een hoogst mogelijke zuurstofindex, dit kengetal geeft de tot branden benodigde zuurstofhoeveelheid aan en een hoge ontstekingstemperatuur, bepalen de vlamdovendheid van kunststof. De behuizing van een elektrisch apparaat mag niet, door de bij kortsluiting ontstane maximum temperatuur, ontbranden. Bij andere oorzaken van brand voorkomt de ingebouwde vlamdoving een verdere verbranding van het kunststof. Want zelfdovende kunststoffen hebben om te branden meer dan de in de atmosfeer aanwezige 21 % zuurstof nodig.

Bij brand. Brandt het in gesloten ruimtes met verminderde vluchtmogelijkheden, bijvoorbeeld in vliegtuigen, treinen en ziekenhuizen, dan moet de dichtheid en toxische werking van rookgassen zo laag mogelijk gehouden worden. Zo laten de verbrandingsresten van polyethersulfon (PES) en polyetherimide (PEI) een extreem lage rookgasdichtheid en toxiciteit zien.

Brandklasse UL 94 V-0.
Selectie van zelfdovende kunststoffen.
  Zuurstofindex
  ISO 4589
Eenheid [%]

Semi-kristallijn

PFA 95
PPA GF33 V0 55
PEEK 35
PA 6 V0 34
PA 6 M30 V0 55

Amorf

PEI GF30 48
PES GF20 44
PPSU 38
PC GF10 V0 36
PC V0 35
PC+ABS V0 30
ASA+PC V0 30
PPE V0 29



Daarenboven kunnen tegenwoordig de meeste van de door ons verwerkte kunststoffen met een onschadelijk en tegelijk economisch brandvertragend materiaal uitgerust worden.

 

Montage DIN-rail

Stofdichte module op de montagerail. Gegoten behuizing met veerklemmen embedden elektrische spoelen.

 

Elektrische spoelen en elektronische schakelingen worden in compact modules met giethars ingegoten en in een schakelkast of verdeelkasten seriematig op de DIN-rail gezet. De behuizing wordt met een afdekplaat verzegeld. Ingegoten componenten zijn schokbestendig en tegen temperatuur, vochtigheid, stof en eventueel tegen chemische inwerking beschermd.

De driedelige gegoten behuizing maken wij in spuitgieten van een vlamvertragende poly­butyleen­tereftalaat (PBT V0). De kunststof behuizing neemt in een temperatuurbereik van – 30 tot + 120 °C de beschermingsfunctie over. Het spuitgiet PBT is een slagvast, warmte vormvast materiaal voor behuizingen en voor deze toepassing volgens brandbaarheidsclassificatie UL 94-V0 gemodificeerd en gecertificeerd.

De gegoten kunststofbehuizingen vervullen de beschermingsklasse II (EN 61140, VDE 0140-1).

Eenvoudig op de DIN-rail te monteren. De behuizingen worden vanaf de voorkant op de montagerail (type TS 35) aangesloten en met de in een zwaluwstaartgeleiding glijdende en met een geïntegreerde veer op spanning gehouden klem vastgehouden. De makkelijk toegankelijke DIN-rail montage aan de voorkant vergemakkelijkt het snelle werk van de technicus en praktisch is, dat de klem eveneens vanaf de voorkant kan worden ontgrendeld.

Industrieel design ondanks strakke DIN-voorschriften. De DIN schrijft strenge vormgevingsregels en maatvoorschriften voor de DIN-module voor. Evenwel is een onafhankelijk industrieel design met een hoge waarde erkenning geslaagd: Het in een duidelijke radius gebogen front, een ruw geërodeerde oppervlak en het door warmte-ontkoppeling functioneel met redenen omklede puntreliëf aan beide zijoppervlakken zijn de bepalende kenmerken van het ontwerp.