De massapolymerisatie gebruiken wij voor het oervormen van gegoten halffabricaten en gietstukken van polyamide. Daarbij worden door polymerisatie van monomere, dus nog vloeibare caprolactam of laurinlactam stukgewichten tot 2,5 ton bereikt.
De slechts voor een paar kunststoffen voor het œrvormen van werkstukken toepasbare massapolymerisatie gebruiken wij voor het polymeriseren van onze gietpolyamide. Er ontstaat een hogere polymerisatiegraad en kristallisatiegraad. Resultaten zijn betere mechanische eigenschappen. Want anders dan bij andere polymerisatiemethoden hoeft gietpolyamide niet omgesmolten te worden, om het tot een eindproduct te verwerken.